BELASTINGDIENST HANDELT ONRECHTMATIG

Vaak wordt gedacht dat procederen tegen de Nederlandse Staat/de Belastingdienst geen zin heeft, omdat ze beschikken over een leger aan advocaten en oneindig veel geld. Nou, niets is minder waar want ook een leger aan advocaten kan onrecht immers niet recht praten. Als je gelijk hebt, heb je gelijk.

In een zaak die mr. Mensink voor zijn cliënte (‘Vennootschap X’) voerde, heeft hij De Nederlandse Staat gedagvaard omdat De Staat (althans De Belastingdienst) onrechtmatig jegens Vennootschap X had gehandeld. Het zit zo…

De Belastingdienst had sinds 2012 het standpunt ingenomen dat op de verkoop van slagroompatronen door Vennootschap X het hoge BTW-tarief (op dit moment 21%) van toepassing is. Van elke euro die Vennootschap X omzette met de verkoop van slagroompatronen, zou zij dus 21 cent aan De Belastingdienst moeten afdragen. Vennootschap X meende echter dat het lage tarief (thans 9%) van toepassing is op de verkoop van slagroompatronen. Zij wilde van elke omgezette euro dus hooguit 9 cent aan de belastingdienst afdragen. Na een jarenlange discussie met de belastingdienst, werd Vennootschap X in juni 2021 door het gerechtshof in het gelijk gesteld. Het hof oordeelde dat op de verkoop van slagroompatronen het lage BTW-tarief van toepassing is.

Nou kan je denken: daarmee is de kous af. Er is duidelijkheid over welk tarief van toepassing is, een rechter heeft de knoop na 8 jaar doorgehakt. Maar dat is te kort door de bocht. Vennootschap X vond namelijk dat De Belastingdienst zelf al in 2012 of 2013 tot de conclusie had kunnen en moeten komen dat het lage BTW-tarief van toepassing is. Vennootschap X was van mening dat De Belastingdienst onrechtmatig jegens haar had gehandeld door sinds 2012 vast te blijven houden aan zijn standpunt dat het hoge BTW-tarief van toepassing is en door telkens weer naheffingsaanslagen en boetes (die zijn gebaseerd op het hoge BTW-tarief) aan Vennootschap X op te leggen. Vennootschap X heeft de Rechtbank in Den Haag gevraagd te bevestigen dat De Belastingdienst onrechtmatig jegens haar had gehandeld.

Vennootschap X had – zo betoogde zij voor de Haagse rechtbank – al sinds 2012 herhaaldelijk aan De Belastingdienst uitgelegd dat en waarom het lage BTW-tarief moet worden toegepast. De Belastingdienst wilde het echter niet horen, ook niet toen Vennootschap X haar standpunt meerdere malen had onderbouwd, onder andere aan de hand van verklaringen van verschillende deskundigen. De Belastingdienst reageerde niet inhoudelijk op de goed onderbouwde standpunten van Vennootschap X en deed deze telkens af met mededelingen in de trant van: “nou… ik vind gewoon dat het hoge BTW-tarief van toepassing is” of “wij zijn het daarmee niet eens”. De Belastingdienst nam slechts het standpunt in dat het hoge BTW-tarief van toepassing zou zijn, maar heeft dit nooit fatsoenlijk gemotiveerd. Ondertussen bleef De Belastingdienst Vennootschap X wel lastigvallen met naheffingsaanslagen en boetes die waren gebaseerd op dat hoge BTW-tarief.

De rechtbank Den Haag bevestigde in het vonnis* van 17 juli 2024 het gelijk van Vennootschap X. De rechtbank overwoog eenvoudig gezegd, dat Vennootschap X al sinds 2012 uitvoerig en goed had gemotiveerd waarom het lage BTW-tarief van toepassing is. Die motivering is echter nooit deugdelijk weersproken door De Belastingdienst en onder die omstandigheden kon De Belastingdienst – zo oordeelde de Haagse rechter – zijn in 2012 ingenomen standpunt (dat het hoge tarief van toepassing zou zijn) niet langer handhaven.

Het eindoordeel van de rechtbank was volstrekt helder: De Staat heeft onrechtmatig gehandeld jegens Vennootschap X en moet de schade vergoeden die Vennootschap X lijdt als gevolg van dat onrechtmatige handelen.

De moraal van het verhaal: wees kritisch, ook ten aanzien van een partij (De Staat) die je blindelings zou moeten kunnen vertrouwen!

*Het (geanonimiseerde) vonnis van de rechtbank Den Haag van 17 juli 2024 is (nog) niet op rechtspraak.nl gepubliceerd, maar je kan het vonnis wel via deze link lezen/downloaden.